Piekerkwartier I Gedachten Vangen: ochtend/middag

A) U begint met vijf minuten sterk piekeren.

B) Vandaag gaat u elke keer als u een piekergedachte heeft, deze hardop in uzelf uitspreken. Voor deze gedachte plaatst u de woorden “ik denk”.Bijvoorbeeld: “ik denk: ik besteed te weinig tijd aan mijn kinderen, ben ik niet teveel met mijn carrière bezig?”. U neemt een papiertje mee en noteert deze gedachten. Doe dit meteen anders vergeet u het misschien.

Schrijf erbij in welke situatie deze gedachte zich voordeed. Hoe vervelend u zich erbij voelde op de schaal van 0 tot 10.

 

Tussendoor:

Wanneer u pieker,t stelt u zich voor dat u een korte vakantie neemt. U laat voor een half uurtje het lekkere onbekommerde vakantiegevoel over u heen komen. Doe iets leuks, koop bijvoorbeeld een tijdschrift en geniet een half uurtje van uw vakantie.

 

Piekerkwartier II Plaats de gedachten: avond

A) U begint met vijf minuten sterk piekeren.

B) In dit piekerkwartier gaan we de gedachten van vanmorgen nader bekijken. Haal de gedachte eruit die het meeste voorkomt of waarbij u het vervelendste gevoel ervaart.

Beantwoord de volgende vragen op papier of in uw schriftje:

1. Wat zegt deze gedachte over mij?
2. Wat zegt deze gedachte over mijn wereld, mijn vrienden en mijn familie?
3. Wat is het ergste aan deze situatie, deze gedachten en dit gevoel? Waarom is dit zo erg?
4. Wat maakt de gedachte zo verwarrend en waardoor raak ik zo van streek?

C) Vult u uw werkboek verder in.

 

’s Nachts:

Stelt u zich nog eens voor dat u op het strand ligt. U ligt heerlijk ontspannen te genieten en voelt de warmte van de zonnestralen. Ontspant u zich helemaal waardoor u uw lichaam zwaarder voelt worden. U voelt hoe uw lichaam een afdruk maakt in het zand .

Vul nu het volgende schema in:

Noteren ( .pdf | .doc )