Dag 28: Een positief dagje

Piekerkwartier I Positieve Gedachten oefening: ochtend/middag

A) U begint met vijf minuten sterk piekeren.

B) Gaat u rustig zitten. Erken uw angst en uw piekergedachten, puur door ze er te laten zijn. U gaat uzelf nu echter niet concentreren op de zaken waar u ontevreden mee bent, of over piekert, maar u gaat zich concentreren op iets waar u trots op bent. Sluit uw ogen. Neem de tijd om iets te verzinnen, een positieve eigenschap, een mooie prestatie. Iets wat u trots maakt op uzelf, iets wat u hebt bereikt. Als u deze eigenschap heeft gevonden, deze prestatie in uw gedachten hebt, gaat u (in uzelf) rustig, in één zinnetje vertellen dat u trots bent op uzelf.

…(uw naam).., wat heb je …….. toch fantastisch gedaan, ik ben trots op je!!

…(uw naam).., wat is ……. toch een fantastische eigenschap van je, ik ben trots op je!!

Deze zin herhaalt u, tientallen keren in uw hoofd, maar u spreekt hem in gedachten, met steeds meer overgave en enthousiasme uit. Uiteindelijk mag u hem (in gedachten) zelfs uitschreeuwen. Zo ziet u, dat positieve gedachten een kracht bezitten, die u weer goed doen voelen. Realiseert u zich dat u naast slechte eigenschappen ook goede eigenschappen bezit, zoals ieder mens

Tussendoor:

Een oefening die u nog eens tussendoor kunt doen als u aan het piekeren bent. Klap in uw handen en zeg tegen uzelf: “STOP!”. U kan ook even een half uurtje vakantie nemen

Piekerkwartier II Positief Piekeren: avond

A) U begint met vijf minuten sterk piekeren.

B) Schrijf een positief verhaal over uzelf, maar probeer realistisch te zijn. Schrijf over uw persoonlijkheid, uw goede en uw minder goede eigenschappen, over uw leven en over uw toekomst. Schrijf op wat belangrijk voor u is? Zijn deze dingen te realiseren? Wat zijn uw wensen voor de komende weken, komende maanden? Zijn ze reëel, zijn ze ook echt van u en niet opgelegd door anderen? Probeer zo klein mogelijke doelen te stellen. Bent u op weg uw doel te bereiken? Zoniet, moet u dan uw doel bijstellen, maak doelen haalbaar. Let niet op uw spelling.

C) Vult u uw werkboek verder in.

’s Nachts:

Piekert u, gebruik de dwarreloefening.